In de beleving van…………….
Langzaam
glijden mijn ogen over het scherm van mijn computer, ze volgen de regels van
letters naar woorden, ik probeer de schrijver te volgen in zijn monoloog van
gedachten en ideeën naar begrip. Terwijl ik mijn ogen samenknijp, peuter ik
ongemerkt aan mijn neus, en kijk ik af en toe op van het scherm, om mijn gedachten te ordenen.
Ik dwaal af in associaties van dagdromenrijtjes. Wat bedoelt de schrijver
toch?... Dit zijn mijn gedachten, ik ben het die dit beleef hier en nu kijk ik naar mijn scherm en lees deze tekst, niemand anders. Die schrijver dwingt mij zo zijn
gedachten aan mij op, maar ik ben de lezer, niet de schrijver. Wil ik zijn
gedachten zijn. Nee onmogelijk, ik beleef dit op mijn eigen mannier met mijn
eigen associaties, vanuit mijn eigen perceptie van de werkelijkheid. Maar mijn
nieuwsgierigheid dwingt me om verder te lezen, terwijl ik me afvraag of deze
retoriek me nog wel zal blijven boeien. Zal
deze schrijver mij nog een zinnig verhaal kunnen vertellen waarin ik
geprikkeld wordt om met aandacht zijn gedachten te kunnen blijven beleven.
Beleven; ja, dat is wat ik wil….ik wil van alles proeven, ruiken, horen, zien
en voelen. Ik wil vermaakt en geprikkeld worden om positieve en blije gedachten
te hebben. Om iets te leren en te ervaren waarmee ik verder kan, of waarmee ik
mijn leven zal kunnen verrijken. Maar ik ben de schrijver niet, ik wil mijn
eigen gedachten terug. Daarom zal ik dit alles heel kritisch moeten blijven
lezen. Want alleen zo kan ik dit nu beleven.
De
eigenschappen van de beleving.
De
beleving is het moment waarin alles gebeurd, waarin alles samen komt. Heden
verleden en de toekomst, in zintuiglijke waarnemingen en gedachten, tegen de
achtergrond van ons geheugen, het moment waarin we alles herkennen, betekenis
en gestalte krijgt. Het moment waarop een stuk hout een tafel wordt en straling
licht, of een luchttrilling geluid. In de beleving herkennen we onze ouders,
als de eerste mensen die ons lief hebben. Muziek emotie wordt, en een grap
humor of een schilderij kunst. In die ene fractie van een seconde die ons leven
lang voortduurt ligt de essentie van het leven. De beleving, die voor iedereen
gelijke waarden kent, van nog niet geboren tot nog niet overleden. Voor wie of
waar, voor alles en iedereen die kan beleven van planten tot dieren en mensen
bepalen wij gezamenlijk hiermee, in de beleving hoe de wereld vorm krijgt en er
in het hier en nu uitziet.
De beleving is de spil van de werkelijkheid aan de ene
kant de ruimte met al zijn straling en energie met al zijn strakke natuurwetmatigheden,
omschreven in de fysica, getransformeerd door onze zintuigen in de waarneembare
effecten, en met aan de andere kant het zijn, van de emoties, in geluk en
verdriet, van vreugde en pijn. Onze belevingen overstijgen de
natuurwetmatigheden, van waaruit ze lijken voort te komen, met verve. Het is daarom
bijna ondenkbaar dat de natuurwetmatigheden hier alleen voor verantwoordelijk
zijn. De beleving is als een filmbeeld op het doek, niet de film of het licht,
maar het resultaat in de voorstelling.
De beleving is een eindproduct van de oorzakelijkheid van de natuurlijke
processen, zonder de beleving van onze zintuigen geen voeding aan ons geheugen
dus ook geen gedachten, besta ik en ook mijn omgeving niet. (“to be or not to be, dat is de beleving, dus ik besta“.)
Het lijkt zo onvoorstelbaar, maar in onze beleving,
alleen daarin, speelt de werkelijkheid zich voor ons af. In onze belevingen
ontstaat alles, minimaal vastgelegd in ons geheugen of opgetekend in de
geschiedschrijving en zo creëren we onszelf een extern geheugen, wat ons nu in
het internet nog veel meer verbind dan voorheen van mens tot mens naar één
wezen. Ko Goossens
De balans in een regendruppel tot in die van zand.
De balans in een regendruppel tot in die van zand.
Als kind speelde ik veel en graag buiten, in de zandbak of op het
strand en aan zee als we daar zo nu en dan naar toe gingen. Het graven van
gaten in het zand is dan ook een kinderbezigheid die veel voldoening geeft,
behalve bij regen, dan staarde ik naar buiten door de beregende en bedrupte
ramen om verveeld te zien hoe de opspattende regendruppels mijn vers gegraven
kuilen deden doen dicht spoelen.
Verbaasd keek ik dan toe, hoe de regendruppels zich vormden op het
gladde oppervlak van het glas, de
druppels leken wel een spel te willen spelen, al naar beneden glijdend raakten
ze elkaar, en versmolten dan tot grotere druppels, die door hun grotere
gewicht, geen houvast meer konden bieden aan de zwaartekracht gleden ze tot in
snelstromende straaltjes, die zich dan al kronkelend een weg baanden over het
raam oppervlak naar beneden toe.
Ik stelde me zo voor dat in een regenwolk, een vergelijkbaar proces
zich moest afspelen, kleinere druppeltjes die tot elkaar versmolten en dan
sneller door de werking van de zwaartekracht naar beneden suisden, om dan weer
op de weerstand van de luchtdruk, uit elkaar te spatten. Er vormen zich dan
geen straaltjes, verder als druppels komt het nooit.
Neen het regende nooit straaltjes water.
Nu kan ik me nog steeds verbazen over het feit, dat regendruppels
altijd even groot zijn, in dezelfde bui dan. Je hebt motregenbuien en totale
plensbuien waarin het door de valsnelheid wel lijkt of het straaltjes regent,
maar het blijven toch altijd druppeltjes. Ook groeien regendruppels nooit aan
tot zeg maar pingpongballen grootte, wat bij hagel daarentegen weleens schijnt
voor te komen.
Moet er een systeem zijn waarin er voorwaarden bestaan die
bepalen tot hoe groot een vallende druppel kan aangroeien.
Logischerwijs is dit een samenspel tussen de cohesie van water, de
luchtdruk, de valsnelheid door het soortelijk gewicht in relatie tot de
gravitatie. Deze drie waarden zijn altijd met elkaar in balans.
Zou je er een weg laten, bijv. de gravitatie zoals we wel eens op een
filmpje van de spaceshuttles zien, waarin een astronaut water in de ruimte
laten zweven, om deze dan later met zijn mond al opzuigend weg te drinken. Moet
het mogelijk zijn om een water druppel zo groot als een emmer te laten
ontstaan. Nee de truc zit hem natuurlijk voornamelijk in de waarden van de
luchtdruk. Zouden we water in een luchtledige omgeving, met verder de zelfde
condities in straaltjes water naar beneden laten gieten, dan zouden dezen de
gehele weg intact blijven, maar ook in kleine druppeltjes niet verder kunnen aangroeien tot grotere.
Normaal in een regenbui
stuiteren de druppeltjes in hun val als het ware op de luchtmoleculen heen en
weer om aan te groeien tot hun maximale grote, wat ze door het aangekomen
gewicht doet versnellen in hun val om hierdoor nog meer kleinere druppeltjes te
absorberen. Door dit aangroeien van watermoleculen komen ze tot een maximale
valsnelheid, tegen gehouden door de luchtdruk en door hun vloeibaarheid tot in
een ideale druppelvorm te versmelten, om later op de luchtdruk weer uiteen te
doen spatten.
Zal er een evenwicht ontstaan in die balans van de cohesie tot de
luchtweerstand, die voorkomt dat deze ideale druppels in grootte en vorm, nog
verder kunnen aangroeien. Elke watermolecuul die nu nog aansluit kan door een
andere aan de achterkant van deze druppel weer geloosd worden.
Ja een regendruppel is een product van de natuur. In een bijna
fabrieksmatig uitgebalanceerd proces ontstaan, zoals de zoveel andere
natuurlijke processen die er zijn. Neem nou ook het zand waarin ik als kind als het niet regende zo
graag speelde, kan ik me herinneren dat ik me toen ook zo heb verbaasd over de
grootte van de zandkorrels in de zandbak of van die op het strand, bijna
allemaal even groot en hetzelfde van structuur in de zandbak scherp en op het
strand rond afgepolijst.
Scherp zand is betrekkelijk “nieuw zand” vers uit de
rivierbeddingen gedolven, terwijl zand
van op het strand vele malen meer heeft gerold in de stromingen van de zee in
bijv. die van de branding.
Zand wordt gevormd door afbrokkeling van rotsen door vorst en
plantengroei, waarna deze al hotsend en botsend naar beneden rollend in het
water van de rivierenloopjes verder afbrokkelen. In die botsing met ander
gesteenten, wordt het allengs vermalen tot dit fijn korrelige product. in een
balans van het soortelijkgewicht, de spoelsnelheid van het water, eigengewicht,
en splijtbaarheid van het materiaal met en in die specifieke condities. Zodat
een zandkorrel hierna niet verder zal kunnen door gaan met afbrokkelen. Daar
zal dan weer een andere externe kracht voor aan toegevoegd moeten worden, zoals
het onder druk te vermalen. Het wassende water draagt er verder toe bij om de
zandkorrels op gewicht uit te sorteren, waarna deze dus op grootte in zand
banken langs de rivieren en op de stranden aan zee, zich kunnen afzetten. In
het proces van rots naar zandkorrel ontstaat ook nog die van het grind, welke
er een langere tijd over doet om in een riviermonding te belanden i.v.m. Zijn
gewicht zal het transport alleen kunnen plaats vinden bij grotere en snelle
waterverplaatsingen in de rivier stromingen. Onderwijl blijven deze vaak
langere tijd op de bodem liggen waarna ze door het al gevormde zand afgesleten
worden, in dit proces ontstaat dus ook het ons welbekende klei wat, wat hoger
op de rivierbeddingen wordt afgezet.
Maar in het totaal van mijn verhaal wil ik U nu toch vooral uw aandacht
vestigen op dit riviergrind, dat net zoals rivierzand nogal scherp van vorm is
en vaak niet zo mooi rond afgesleten als grind wat U meestal wel kent van die
grindpaadjes in tuinen en parken.
Door dat dit minder vaak verplaatst word, is het dan ook veel minder
mooi rond afgeslepen, maar gekant, door de slijpende werking van het met rivierzand, in een richting, naar
beneden stromende water.
Grind wat meestal zo mooi rond is afgeslepen kan dan ook in de tijd dat
het in de rivieren wordt afgevoerd nooit zo mooi rond worden als welke we wat
vaker tegen komen, dit kan alleen in de getijden werking van eb en vloed zijn
ontstaan. Die indicatie is nogal van belang omdat we nu weten dat er een groot
verschil is in riviergrind en kustbrandings grind. Hier kom ik in een later
stadium van mijn verhaal nog op terug.
Naast de zandbak in onze
tuin verzamelde mijn vader al veel verschillende zwerfkeien die de plantjes
sierlijk omzoomde, bij elk uitstapje in de natuur bracht hij er wel een paar
mee, vooral vuist grootte exemplaren
hadden dan zijn belangstelling, “die lagen zo lekker in de hand”vond hij, als
we dan 's avonds op een bankje in de tuin zaten kon hij zo boeiend vertellen
over de verschillende vormen, en hun betekenis, windkeien, gletsjermolenstenen,
veldspaat en bijv. conglomeraat. Welke je dan ook als een letterlijk fossiele
met grind ingebedde massa kunt beschouwen. In de tijd dat hij in Apeldoorn en
Bilthoven woonde trok hij er vaak in de Utrechtse heuvelrug op uit, om met de
geoloog Lüpkes stenen te verzamelen voor zijn boek........opzoeken). Mijn opa
was goudsmid en verzamelde al mineralen hierdoor had mijn vader enige interesse
ontwikkeld voor de geologie. Welke hij weer op deze manier op mij overgebracht,
ook ben ik later goudsmid en edelstenen monteur geworden om zo de familie
traditie van het goudsmeden voor te zetten.
Maar nu wil ik het feit benadrukken, dat in de overeenkomst tussen de regendruppel,
de zandkorrel of in een afgerond grindkeitje
de ontstaans ontwikkeling hiervan sterk bepaald wordt door de balans in de verschillende
natuurlijke eigenschappen die in en voor deze processen nodig zijn. Er is dus
een conditie waarin deze vormen die kunnen ontstaan van regendruppel tot die
van een zandkorrel bijna in
voorgeprogrammeerd liggen.
Verander je een aspect of waarde in die conditie en de uitkomst of
product zal sterk veranderen.
Die hier beschreven ontstaanscondities zijn simpel verondersteld, maar
ontstaanscondities in oorzaak en gevolg zijn voor alles wat er is, bepalend.
Dit vind je dan ook terug in de groei van bijv. allerlei kristalstructuren, tot
in de loop van rivieren of in die van het totale ontstaan van de aarde en de
ander planeten en zonnen in onze melkwegstelsel.
De anorganische wereld ;
waar we van mogen aannemen dat het hier ooit eens mee begon. Is het decor voor
al onze werelden waarin we nu leven als basis voor de mens in onze organische
dieren en planten wereld. Het is een
zo duidelijk kontrast, en daarom ook zo moeilijk voor te stellen dat de
organische wereld met die in al zijn complexiteit zijnde levende wezens,
hieruit zouden kunnen zijn voortgekomen.
De definitie voor “leven” is mede hierdoor nog steeds niet goed aan te
geven, die mogelijk ene cel die zich kon delen.
Wel; we weten het niet. misschien
zullen we het eens een beetje beter begrijpen, maar reconstrueren
waarschijnlijk niet, hoewel het pad waarin dit proces zich moet hebben
afgespeeld heel erg smal moet zijn geweest. In een soort van chemisch proces
wat zich plots moet hebben voorgedaan,
in unieke atmosfeer en verdere in een voor ons onbekende omstandigheid.
Beperk ik me in dit boek tot de evolutie van af de eencellige.
De definities voor de
verschillen in het organische en anorganische zijn al wel duidelijk aan te
geven.
Het voor mij, belangrijkste
en duidelijkste verschil is nog wel dat er in de anorganische wereld niet
kan worden gekozen, in al die processen
van waaruit de anorganische wereld bestaat is deze puur afhankelijk van de
actie in reactie in en met de balans van zijn mogelijkheid. Een sterk
geconditioneerd en natuurlijke processen. Het zou ook zo anders kunnen gaan als
het product, wat kan ontstaat in een zo een natuurlijk proces, eigenschappen
zou bezitten die in de loop van het proces de condities van zijn eigen ontwikkeling
zou kunnen gaan beïnvloedde ontstaat er mogelijk een ander product, een
evolutie in de anorganische dode natuur dus.
Een vorm van wederkerigheid.
Het is vaak ook zo
vanzelfsprekend, zodat het meestal aan ons voorbijgaat. In al die processen in
de natuur, van oorzaak naar gevolg is
die balans wel een herkenning van een natuurkundige wetmatigheid. Water, wat gaat koken bij honderd of
bevriezen bij nul graden. De aantrekkingskracht van de aarde op een massa, met
uiterste precisie, zodat we in staat zijn die massa te wegen tot op een enkele
duizendste van een gram. Maar ook simpelweg onze voetafdrukken in bijv. de sneeuw
worden met een uiterste precisie achtergelaten.
Aan de basis van alle natuurwetten licht toch duidelijk deze balans in
oorzaak en gevolg ten grondslag, een zuivere balans in elk proces. Deze balans kan statisch zijn, te denken aan die voetafdruk in de
sneeuw of dynamisch bij een explosie.
Nogmaals; deze balans bepaalt in alles, met een
uiterste precisie, van wat wel kan of juist niet, van kokend water tot vallende
regendruppels, van een ontploffende dynamietstaaf tot een rimpeling in het
water, van de Big Bang tot deze filosofische overpeinzing. Wordt of
lijkt ook alles heel erg voorspelbaar. Maar in de grote hoeveelheid aan
processen waarin de mogelijkheid, deze verschillende processen elkaar kunnen
beïnvloeden, ontstaat er een marge van willekeurigheid. (in een soort van
oneindigheid in het kwadraat)
Door de balans in de natuurlijke processen onderling, kan er een schijnbaar
scheppend vermogen ontstaan (als een
vooraf geplande doelbewuste actie).
zeker als in zo’n proces er een reproduceerbaar resultaat te zien is.
Een goed voorbeeld hiervan is ook het ijskristal of een sneeuwvlokje. Onder al
die benodigde condities waarin zo’n sneeuwvlokje kan ontstaan, en waardoor we
het ook als zodanig kunnen herkennen, blijft er een marge van willekeurigheid.
Het ene ijskristal is de andere niet.
Dit geld dan in de biologie natuurlijk ook voor bijv. de plant en boom
bladeren, er zijn oneindig veel verschillende bladeren te bedenken, maar in de
praktijk natuurlijk gelijk aan die van de hoeveelheid bestaande verschillende plant of boom soorten, die er
zijn of geweest of misschien nog zullen komen, qua vorm in opbouw of
uitvoering. Maar zullen deze onderling ook weer sterk verschillen. Het ene
aardbeiplantblaadje is het andere niet.
Om deze processen nog duidelijker gevisualiseerd te kunnen zien en
begrijpen zijn er vele mooie voorbeelden van fractals op het internet te
vinden. Het doel van mijn verhaal
omhelst de herkenning van het verloop van een proces in wat we kunnen of mogen
verwachten, of juist niet. het kan dienen als een stukje denkgereedschap als we
willen begrijpen, hoe allerlei processen kunnen verlopen of mogelijk verlopen
zijn. Bij de interesse in
sciencefiction of in de reconstructies van allerlei evolutieprocessen.
Bij
het woord balans denken we in eerste instantie meteen aan een weegschaal met
twee armen waaraan schalen hangen, aan de ene kant voor de gewichten en aan de
andere kant die voor een te wegen voorwerp. Zodat bij een gelijk evenwicht, de
gewichtjes bepalen hoe zwaar dit voorwerp is.
Maar
het begrip balans kent vele variëteiten in de even zovele onderwerpen van de
chemie tot in de psychologie benoemen we
en kennen we situaties van evenwicht en balans.
Ik
onderscheid twee verschillende hoofdvormen van balans of evenwicht; die waarbij
geen overdracht van energie plaats vind en die waarbij wel overdracht van
energie plaats vind. Te denken aan
een bal die stil ligt op een vlakke ondergrond.
Of, in het tweede geval bijv. aan een uitgebalanceerd wiel aan mijn auto
als ik met honderd veertig kilometer per uur over het asfalt scheur. In de
eerste vorm is er geen energie overdracht in de tijd nadat deze er is
neergelegd. Maar in de tweede vorm in oorzaak naar gevolg is er wel energie
overdracht.
In
de situaties van oorzaak naar gevolg van een beweging gaat dit ook altijd
gepaard met een behoudt van energie in een zeer zuivere balans, volgens de weg
van de minste weerstand.
Actie
is reactie; Niets kan er zijn zonder het voorafgaande, maar in die zelfde weg, van wetmatigheid is er ook altijd een gevolg,
in een zuivere balans met wat er aan voorafging. Daarom kunnen biljarters de
bal in zijn carambole zeer voorspelbaar plaatsen. Die bepaalde energie met effect
die er aan de bal wordt meegegeven geeft in die balans, hierdoor een heel
voorspelbare uitkomst.
Ook
een goed voorbeeld is deze bij een explosie, te denken aan bijv. het opblazen
van een rotsblok. De staaf dynamiet
die ingeboord in een rotsblok tot ontploffing wordt gebracht, zal deze in vele
duizenden stukjes uiteendoen spatten, in grote en kleine stukken welke in alle
richtingen vanuit het explosiepunt gelijkmatig in een zuivere balans in grote
naar afstand en snelheid verdeeld zal doen uiteenwerpen. Kleine stukjes sneller
en verder grotere langzamer en minder zo ver. Heel voorspel en berekenbaar.
Zodat er een heel evenwichtig patroon in grootte, van uiteen gestrooid puin,
vanuit het explosie punt zal zijn ontstaan. In zijn totaliteit kunnen we rustig stellen
dat alles altijd in totale balans is, rekening houdend met de kennis van behoud
van energie, is er hiermee altijd een zuiver evenwicht. Echter, wat we waarnemen in de tijd, is een
veranderende situatie met ongelijke uitkomsten en beleven we onbalans.
Als
we dit vergelijken met de ons al eerder genoemde weegschaal, kunnen we stellen
dat ongeacht de hoeveelheid aan gewichtjes die wij erop plaatsen, deze
dienovereenkomstig in een bepaalde hoek in evenwicht zal blijven staan.
Berekenen we de hoek ten opzichte van het aantal gewichtjes komen we ten slotte
ook uit bij het te wegen gewicht. Nog een wel heel voorde hand liggend
voorbeeld is een glas gevuld met water, gieten we hier wat uit dan zal het glas
even veel lucht opnemen als er water uitgegoten word. Om ook maar even aan te
geven hoe eenvoudig en secuur deze processen verlopen en zich manifesteren. Zo
ook te vergelijken met de wet van Archimedes; “De opwaartse kracht die een lichaam in een vloeistof of gas ondervindt
is even groot als het gewicht van de verplaatste vloeistof of gas”. Zo herkennen we, zowel in de organische als
in de anorganische natuur, vele wetmatigheden die de processen van beweging of
verandering volgens de wet van de minste weerstand zonder keuzemogelijkheid
laten verlopen. Water wat bevriest bij 0 graden of juist gaat koken bij honderd
graden. Of neem de gravitatie wetten van Newton; F = mg, waarmee hij in 1687 in zijn “Philosophiae
Naturalis Principia Mathematica” de basis legde voor de moderne
mechanica. Sindsdien hebben wetenschappers in de fysica en chemie, de mogelijke
waarden voor de vele wetmatigheden in de natuur, wiskundig vast weten te leggen.
Overal waar je kijkt en rekent is die totale balans aanwezig, en wordt deze
mijns inziens toch nog, heel vaak schromelijk onderschat. In de natuur ligt alles
volgens die zuiver wetmatige processen vast, welke bepalend zijn voor alles in
het heelal wat er is, was, of nog zal komen. Zoals de aarde heden ten dage in
ons zonnestelsel zijn rondjes rond de zon draait, was alles al vast gelegd aan
het begin van de big-bang. Maar
hoogstwaarschijnlijk is deze big-bang explosie niet gelijkmatig verlopen, er
ontstond Zoals bij elke explosie het geval is een kritisch moment, waarin
mogelijk door
katalysatie van buiten af de boel op
klappen kwam te staan. Door deze schuin op het centrum ontstane begin van de
door katalysatie ontstane explosie, verliep deze in een spiraalwervelend
patroon. In de ons omringende sterrenstelsels herkennen we nog steeds dit
spiraalwervelende uiteenspatten tijdens de big-bang in de vorming van de door
ons omringende sterrenstelsels, zoals in de Melkweg terug, waarin ook onze
eigen zonnestelsel plaats biedt, welke ook spiraalwervelend en schijfvormig is.
Ook in dit complexe gyroscopische voorgeprogrammeerde systeem te noemen,
herkennen we die zuivere balans in de natuur terug. Evenals in schelpen en
bloemen, in de zonnebloem of gewoon in de bloemkool is deze spiraalvormige
zogenaamde gulden snede vorm steeds weer terug te herkennen. Deze bijkomende mogelijkheid
van de gravitatie is nog niet in de wiskundige wetten vastgelegd. Omdat dit nog
niet meetbaar is waargenomen. Mogelijk omdat dit een te kleine afwijking
betreft en/of omdat er nog niet bewust naar gezocht is. Alle energie en
beweging die er is, is ontstaan tijdens de big-bang waarbij alle materie de
ruimte in werd geslingerd. Niks, geen toeval dus. Psychologisch bezien in ons
menselijk functioneren, maken we constant keuzes. Het maken van keuzes kwam pas met het
ontstaan van het leven, en meer nog met de opkomst van de mens. Zijn we nu pas
door de opkomst van het leven, minimaal instaat om de natuur enigszins te
beïnvloeden, ook al blijven we gebonden aan de mogelijkheden en onmogelijkheden
onder invloed van de natuurwetten.
In
mijn jeugd heeft bij mij ook ik wel eens het idee postgevat dat het mogelijk
moest zijn een perpetuum mobile te
bouwen. En zoals met zoveel dingen is de ondervinding de beste leermeester.
Zodat ook ik, er al gauw achter moest komen dat dit echt niet kon werken.
Gravitatie krachten lijken zich te kunnen “aftappen” maar niets is minder waar.
Hooguit kun je de effecten hiervan in de eb en vloed beweging van de zee door
invloed van de maan als energiebron gebruiken, maar dit is dan toch niet het
gesloten systeem wat je van een perpetuum mobile zou willen verwachten. Zodat
je het, als het ware op je werkbank in je werkplaats vrij als een motor zou
kunnen zien werken. Zo heb ik ook
gezocht naar juist, een onbalans in de natuur. Als voorbeeld, bij een
draaiend wiel waarin het gewicht niet overal gelijkelijk verdeeld is of waarvan
de as niet zuiver in het midden ligt, zal deze dienovereenkomstig gaan
slingeren of vibreren, en bij elke omwenteling een kracht op de as gaan
uitoefenen oplopend met de draaisnelheid van dit wiel. Dit beleven we dus als
een onbalans, maar in de berekening heel voorspelbaar en verklaarbaar. Spreken
we over onbalans, dan is dit niet meer dan een situatie in het systeem waarin
krachten omgezet worden in beweging of warmte, deze vrijgekomen energie is
rechtevenredig in relatie tot de mate van die onbalans en komt dit in het
totale plaatje van het systeem weer tot een zuivere balans. Energie
transformaties lijken onbalans aan te geven maar zijn dit dus niet. Neen,
onbalans is dus echt niet te vinden,
alles verloopt volgens berekenbare en dus voorspelbare processen. Als we
hiertoe bij machten zouden zijn, dan waren we ook zekerder over de opwarming
van de aarde of in het voorspellen van aardbevingen. In een weersverwachting ’s
model lukt dit al wel steeds beter. En mogelijk in de toekomst, als onze
computer programma’s sterk verbeterd zouden worden, kunnen we dan mogelijk gaan
spreken van een weersvoorspelling, een aardwarmte voorspelling en een
aardbevingsvoorspelling, die zekerheid genoeg zou kunnen bieden om daar dan
adequaat op te kunnen gaan reageren.
Over processen in oorzaak en gevolg die in het
verleden liggen en die gepasseerd zijn, kunnen we iets makkelijker
reconstrueren, omdat we over het algemeen over wat meer ijkpunten kunnen beschikken.
Over de big-bang en in het daarna ontstaan van ons zonnestelsel tot op de dag
van vandaag is alles verlopen volgens een vast en zeer nauwkeurig pad niks,
geen toeval. Het enige wat verschil maakt is de keuze, en die kwam zoals ik al eerder
schreef met het leven. Niet zo zeer in die van planten en dieren maar meer nog
in die van de mens.
Om dit verschil nog beter te verduidelijken nemen we
een spijkerplank met een knikker. Een plank van ongeveer een meter hoog waar we
op een afstand van net ruim een knikker, allemaal spijkers in slaan. Zetten we
deze onder een hoek van enkele graden tegen de muur, en laten we dan de knikker
van boven af over de spijkers naar beneden stuiteren, zal deze als hij beneden
is aangekomen dit volgens een vast pad op een bepaalde plaats na een bepaalde
tijd aankomen. Doen we dit nogmaals, dan moet worden aangenomen, (theoretisch)
dat dit op de zelfde plaats volgens het zelfde pad in de zelfde tijd zal
verlopen. In de praktijk zal echter blijken dat dit alleen kan als we een
zuiver ronde knikker nemen, wat ze meestal niet zijn. Maar dit maakt dan ook
het enige verschil.
Doen we dit zelfde, met een persoon op een fiets die
we opwegsturen in de stad, met een kompas en een straatnaam meegeven als
eindbestemming, en hem deze onbekende weg laten rijden, U raad het al, dan
zullen door zijn keuze mogelijkheden de verschillende uitkomsten, vele malen
minder nauwkeurig en divers zijn.
Slotconclusie; voor wat van belang is voor het verdere verloop van mijn verhaal.
ik Heb alle reden om te stellen dat tijdens, aan
het begin van de big-bang door de aard en omstandigheid van deze explosie, alle
of in ieder geval vele, zoals ze al niet bestonden, de verschillende wetmatige
eigenschappen die in de natuur voorkomen, hiermede zijn ontstaan en in het
verdere verloop, in de ontwikkeling van het heelal en zijn bewoners, zijn
meegegeven. In die eerste momenten van de big-bang, zijn deze wetmatigheden voor
de rest van de tijd dat het heelal bestaat en nog zal bestaan, toen vastgelegd.
Hiermede werd in het verloop van oorzaak naar
gevolg van alle bewegingen en ontwikkelingen, kortom gezegd, van de totale
evolutie van het heelal en zijn bewoners van afhankelijk. Zodat niets kan zijn
of zich kan ontwikkelen zonder die voorwaarden van deze wetmatige afhankelijkheid.
Met als bekendste gemeenschappelijke eigenschap; de weg van de minste weerstand. Met,
De natuurlijke balans in beweging van
oorzaak naar gevolg zonder keuzes.
Het
maken van keuzes
Met het ontstaan van het leven ontstond in een
proces van de evolutie het geheugen, welke in de basis de mogelijkheid bood om
bepaalde details van processen uit het verleden herkenbaar in het nu te
projecteren om tot een vergelijk te komen, waardoor de mogelijkheid ontstond om
met dit geheugen keuzes te kunnen maken. In het begin natuurlijk heel basaal
voor het herkennen van licht en donker of, is dit voedsel of juist niet, een
chemisch proces zonder verder al te veel besef. Door het te kunnen kiezen kwam er in de
natuur oftewel in de normale gang en verloop van de natuurlijke processen, een
vorm of mate van “onbalans”. De keuze je
zou het meer een geheugenfiltering kunnen noemen, of een zeef van verandering.
De loop van de processen in de anorganische wereld werd verstoord, door een nieuwe vorm van
proces, de keuze. Maar wel in een logiesgevolg van, in die stroming van oorzaak
naar gevolg te noemen, feitelijk onverstoorbaar. Als een soort van een logische verlenging of
verfijning van de voorafgaande anorganische processen.
Besloten door de eencellige vorm als basis voor
het verder uitevolueren voor het leven van nu in de vorm van de planten en
dieren en natuurlijk de mens. Wat daar bij vooral opvalt is het sterke kenmerk
van een grote mogelijkheid tot aan passen om te kunnen overleven. het maken van de juiste keuzes is daarbij
natuurlijk van essentieel belang.
Op de keper beschouwt is het maken van keuzes niet
dat gene wat je er in theoretische zin van zou mogen verwachten. vanuit onze
menselijke beleving, is het een puur psychologische gevoel dat we denken te ervaren
keuzes te maken, maar puur technisch bezien. Is dit strak gekaderd en zijn de
mogelijkheden voor het kunnen kiezen, voorzien van allerlei rand voorwaarden
waarin we zogenaamd die keuzes maken. Als simpelste vorm van kiezen hebben we
het over een stuk fruit uit de fruitschaal of een keuze tussen een leuke baan
vlak bij huis met een klein salaris, bijv. tegen over een minder leuke in een
andere stad maar wel met een groter salaris. Liggen toch al die keuzes in ons
geheugen al vast, vooraf al voorgeprogrammeerd in hoe wij door ervaringen uit
het verleden bepaalde voorkeuren hierbij opgedaan hebben. Maken we toch ook de
keuze onze hand terug te trekken bij aanraking aan een te hete kachel als een
natuurlijke logische reactie op en zonder na te denken. Een keuze gedreven door
pijn. Worden keuzes dan ook vaak door pijn en angst bepaald, met als doel te
overleven. Gold voor de eencellige de basale vorm, geld die voor ons nu over
een veel langere periode van ons veel complexere geheugen heen, tot in die van
onze voorouders toe, vastgelegd in onze genen.
Alles ligt al vast in een balans van het
natuurlijk verloop van oorzaak naar gevolg de beleving van het kiezen is er
meer een van de menselijke psychologie. De vormen van het beleven en beschouwen
om tot een keuzeoordeel te komen, wil ik verder in het hoofdstuk: ”De beleving”
aan de orde brengen.
het
verloop van een proces gaat in een reeks van actie is reactie van oorzaak naar
gevolg en hebben een verloop volgens
bepaalde wetmatigheden; de natuurlijke wetmatigheden, de toevalligheden en de
keuzemogelijkheden.
Of
ook wel in een combinatie van twee, van deze drie de mogelijkheden.
In
het vorige hoofdstuk heb ik al beschreven dat in de natuur nooit geen keuze
mogelijkheid voor komt en dat keuzes maken is voorbehouden en verbonden aan het leven.
Voor het maken van een keuze is een vrije wil bepalend en natuurlijk de
mogelijkheid ergens tussen te kunnen kiezen. Ook het inzicht of de kennis
ergens tussen te kunnen kiezen is hierbij natuurlijk van wezenlijk belang, maar
de meeste keuzes worden toch wel onbewust genomen. Vooral wij mensen is het voorbehouden bewust keuzes
te maken, omdat wij tegen over de dieren een grotere perceptie van tijd hebben.
Het maken van keuzes begint bij de noodzaak van pijn of geen pijn, honger of
geen honger, tevreden of ontevreden, angst of vluchten, leven of dood enz.
De
eerste keuze die het leven nam was misschien wel de belangrijkste maar welke
zou dat zijn geweest? …………..zich te delen misschien. Eva koos in ieder geval voor de appel.
Enkele
waarden van de drie verschillende mogelijkheden in oorzaak naar gevolg
|
||
Van
de eerste orde;
De
Natuurlijke wetmatigheid
|
Van
de tweede orde;
De
Keuze
|
Van
de derde orde;
Het
Toeval
|
Kookpunt
van water
Gravitatie
krachten
lichtsnelheid
300 000 000 m/s
|
de maten
In taal
Plastic
in het milieu
|
Verspreiding
van zaad Dobbelen
|
Toevalligheden
Was de aanleiding voor het begin van de big-bang een
natuurlijke wetmatigheid of een ongelukkig toeval of misschien toch nog een
bewuste keuze van God. Neen we weten het niet, maar alleen dat wat er daar na
gebeurde, verliep volgens een strak patroon van de natuurlijke wetmatigheden.
De belangrijkste vraag in deze is echter, verliep het ontstaan van leven
volgens een natuurlijke wetmatigheid of was hier voor het eerst toeval in het
spel. Maar wat is überhaupt toeval. Toeval sluit in ieder geval de keuze
uit. Voorop genomen is dat een toevalligheid een situatie is die
zich voor kan doen, tegen over een reeks van gebeurtenissen die zich ook kunnen
voordoen, maar die mogelijk niet zo opvallend zijn. Het toeval wordt namelijk
altijd achter af waargenomen. En
verschilt, door het onverwachte.
De kans dat ik 10 keer achtereen met een dobbelsteen 6
gooi is klein maar niet onmogelijk, de wiskundige onder ons moeten maar
uitrekenen hoe vaak ik moet gooien wil ik hier een kans maken. Maar het is ook
niet onmogelijk dat het, me gelijk bij de eerste poging al lukt. Gooi ik met
een dobbelsteen honderd maal achter een en noteer ik de uitkomsten, dan krijg
ik dus een getal van honderd cijfers, zo’n getal is uniek. Net zo uniek als ik met
honderd maal 6, achter elkaar zou gooien. Had ik van te voren dit getal
genoteerd zou het me nooit gelukt zijn dit getal te gooien, maar nu was het me
toch gelukt dit unieke getal in een keer te gooien. (Zelfs voor een wiskundige
word dit een behoorlijke dobber om die kansberekening nu nog te noteren.) In de kwantummechanica gaan we nog een stapje
verder in het
waarschijnlijkheidsprincipe van Heisenberg, wat zo veel zegt "als
iets kan gebeuren, dan zal het ook gebeuren"
Psychologisch gezien willen wij altijd een betekenis
of een waarde herkenen. Als we bijv.
naar de wolken kijken willen we daar weleens een figuur of een beeld in
herkennen. Van alle wolken rond de aarde en juist nu op dit moment zie je
daarin dat ene honden kopje of die vrouwenfiguur. Toch is deze ene wolk niet
anders, dan al die andere wolken die er zijn, of die je zal zien. Ook net zo
uniek dus. Het is meer de beleving van.
Net zoals bij de waarde van onbalans, geld dit ook voor de waarde van
het toeval een psychologisch gekaderd moment van herkenning.
Dat ik; hier, nu en op deze plaats, dit boek zit te
schrijven is geen toeval. Ook niet dat jij dit boek nu leest. Nee het is
mogelijk want het gebeurd, het was eerder bij de big-bang al voorbestemd dan nu
een toevalligheid. Jij en ik hebben er in ons leven er voor gekozen, om dit
moment nu te willen beleven. De mannier waarop we dit nu beleven is wel weer van een totaal andere
orde. Daar ga ik in het hoofdstuk de beleving
verder op in. Ook het “drie deuren probleem” is een leuk voorbeeld, van hoe we
psychologisch misleid kunnen worden bij het bepalen van keuzes versus toeval.
(op het internet word hier uitvoerig op in gegaan, “Google”)