zondag 25 maart 2012


In de beleving van…………….

Langzaam glijden mijn ogen over het scherm van mijn computer, ze volgen de regels van letters naar woorden, ik probeer de schrijver te volgen in zijn monoloog van gedachten en ideeën naar begrip. Terwijl ik mijn ogen samenknijp, peuter ik ongemerkt aan mijn neus, en kijk ik af en toe op van het scherm, om mijn gedachten te ordenen. Ik dwaal af in associaties van dagdromenrijtjes. Wat bedoelt de schrijver toch?... Dit zijn mijn gedachten, ik ben het die dit beleef hier en nu kijk ik naar mijn scherm en lees deze tekst, niemand anders. Die schrijver dwingt mij zo zijn gedachten aan mij op, maar ik ben de lezer, niet de schrijver. Wil ik zijn gedachten zijn. Nee onmogelijk, ik beleef dit op mijn eigen mannier met mijn eigen associaties, vanuit mijn eigen perceptie van de werkelijkheid. Maar mijn nieuwsgierigheid dwingt me om verder te lezen, terwijl ik me afvraag of deze retoriek me nog wel zal blijven boeien. Zal  deze schrijver mij nog een zinnig verhaal kunnen vertellen waarin ik geprikkeld wordt om met aandacht zijn gedachten te kunnen blijven beleven. Beleven; ja, dat is wat ik wil….ik wil van alles proeven, ruiken, horen, zien en voelen. Ik wil vermaakt en geprikkeld worden om positieve en blije gedachten te hebben. Om iets te leren en te ervaren waarmee ik verder kan, of waarmee ik mijn leven zal kunnen verrijken. Maar ik ben de schrijver niet, ik wil mijn eigen gedachten terug. Daarom zal ik dit alles heel kritisch moeten blijven lezen. Want alleen zo kan ik dit nu beleven.

De eigenschappen van de beleving.

De beleving is het moment waarin alles gebeurd, waarin alles samen komt. Heden verleden en de toekomst, in zintuiglijke waarnemingen en gedachten, tegen de achtergrond van ons geheugen, het moment waarin we alles herkennen, betekenis en gestalte krijgt. Het moment waarop een stuk hout een tafel wordt en straling licht, of een luchttrilling geluid. In de beleving herkennen we onze ouders, als de eerste mensen die ons lief hebben. Muziek emotie wordt, en een grap humor of een schilderij kunst. In die ene fractie van een seconde die ons leven lang voortduurt ligt de essentie van het leven. De beleving, die voor iedereen gelijke waarden kent, van nog niet geboren tot nog niet overleden. Voor wie of waar, voor alles en iedereen die kan beleven van planten tot dieren en mensen bepalen wij gezamenlijk hiermee, in de beleving hoe de wereld vorm krijgt en er in het hier en nu uitziet.

De beleving is de spil van de werkelijkheid aan de ene kant de ruimte met al zijn straling en energie met al zijn strakke natuurwetmatigheden, omschreven in de fysica, getransformeerd door onze zintuigen in de waarneembare effecten, en met aan de andere kant het zijn, van de emoties, in geluk en verdriet, van vreugde en pijn. Onze belevingen overstijgen de natuurwetmatigheden, van waaruit ze lijken voort te komen, met verve. Het is daarom bijna ondenkbaar dat de natuurwetmatigheden hier alleen voor verantwoordelijk zijn. De beleving is als een filmbeeld op het doek, niet de film of het licht, maar het resultaat in de voorstelling.  De beleving is een eindproduct van de oorzakelijkheid van de natuurlijke processen, zonder de beleving van onze zintuigen geen voeding aan ons geheugen dus ook geen gedachten, besta ik en ook mijn omgeving niet.   (“to be or not to be, dat is de beleving, dus ik besta“.)
Het lijkt zo onvoorstelbaar, maar in onze beleving, alleen daarin, speelt de werkelijkheid zich voor ons af. In onze belevingen ontstaat alles, minimaal vastgelegd in ons geheugen of opgetekend in de geschiedschrijving en zo creëren we onszelf een extern geheugen, wat ons nu in het internet nog veel meer verbind dan voorheen van mens tot mens naar één wezen.          Ko Goossens






De balans in een regendruppel tot in die van zand.

Als kind speelde ik veel en graag buiten, in de zandbak of op het strand en aan zee als we daar zo nu en dan naar toe gingen. Het graven van gaten in het zand is dan ook een kinderbezigheid die veel voldoening geeft, behalve bij regen, dan staarde ik naar buiten door de beregende en bedrupte ramen om verveeld te zien hoe de opspattende regendruppels mijn vers gegraven kuilen deden doen dicht spoelen.
Verbaasd keek ik dan toe, hoe de regendruppels zich vormden op het gladde oppervlak  van het glas, de druppels leken wel een spel te willen spelen, al naar beneden glijdend raakten ze elkaar, en versmolten dan tot grotere druppels, die door hun grotere gewicht, geen houvast meer konden bieden aan de zwaartekracht gleden ze tot in snelstromende straaltjes, die zich dan al kronkelend een weg baanden over het raam oppervlak naar beneden toe. 
Ik stelde me zo voor dat in een regenwolk, een vergelijkbaar proces zich moest afspelen, kleinere druppeltjes die tot elkaar versmolten en dan sneller door de werking van de zwaartekracht naar beneden suisden, om dan weer op de weerstand van de luchtdruk, uit elkaar te spatten. Er vormen zich dan geen straaltjes, verder als druppels komt het nooit.
Neen het regende nooit straaltjes water. 
Nu kan ik me nog steeds verbazen over het feit, dat regendruppels altijd even groot zijn, in dezelfde bui dan. Je hebt motregenbuien en totale plensbuien waarin het door de valsnelheid wel lijkt of het straaltjes regent, maar het blijven toch altijd druppeltjes. Ook groeien regendruppels nooit aan tot zeg maar pingpongballen grootte, wat bij hagel daarentegen weleens schijnt voor te komen.
Moet er een systeem zijn waarin er voorwaarden bestaan die bepalen tot hoe groot een vallende druppel kan aangroeien.
Logischerwijs is dit een samenspel tussen de cohesie van water, de luchtdruk, de valsnelheid door het soortelijk gewicht in relatie tot de gravitatie. Deze drie waarden zijn altijd met elkaar in balans.
Zou je er een weg laten, bijv. de gravitatie zoals we wel eens op een filmpje van de spaceshuttles zien, waarin een astronaut water in de ruimte laten zweven, om deze dan later met zijn mond al opzuigend weg te drinken. Moet het mogelijk zijn om een water druppel zo groot als een emmer te laten ontstaan. Nee de truc zit hem natuurlijk voornamelijk in de waarden van de luchtdruk. Zouden we water in een luchtledige omgeving, met verder de zelfde condities in straaltjes water naar beneden laten gieten, dan zouden dezen de gehele weg intact blijven, maar ook in kleine druppeltjes  niet verder kunnen aangroeien tot grotere.
Normaal  in een regenbui stuiteren de druppeltjes in hun val als het ware op de luchtmoleculen heen en weer om aan te groeien tot hun maximale grote, wat ze door het aangekomen gewicht doet versnellen in hun val om hierdoor nog meer kleinere druppeltjes te absorberen. Door dit aangroeien van watermoleculen komen ze tot een maximale valsnelheid, tegen gehouden door de luchtdruk en door hun vloeibaarheid tot in een ideale druppelvorm te versmelten, om later op de luchtdruk weer uiteen te doen spatten.
Zal er een evenwicht ontstaan in die balans van de cohesie tot de luchtweerstand, die voorkomt dat deze ideale druppels in grootte en vorm, nog verder kunnen aangroeien. Elke watermolecuul die nu nog aansluit kan door een andere aan de achterkant van deze druppel weer geloosd worden.
Ja een regendruppel is een product van de natuur. In een bijna fabrieksmatig uitgebalanceerd proces ontstaan, zoals de zoveel andere natuurlijke processen die er zijn. Neem nou ook het zand  waarin ik als kind als het niet regende zo graag speelde, kan ik me herinneren dat ik me toen ook zo heb verbaasd over de grootte van de zandkorrels in de zandbak of van die op het strand, bijna allemaal even groot en hetzelfde van structuur in de zandbak scherp en op het strand rond afgepolijst.
Scherp zand is betrekkelijk “nieuw zand” vers uit de rivierbeddingen  gedolven, terwijl zand van op het strand vele malen meer heeft gerold in de stromingen van de zee in bijv. die van de branding.
Zand wordt gevormd door afbrokkeling van rotsen door vorst en plantengroei, waarna deze al hotsend en botsend naar beneden rollend in het water van de rivierenloopjes verder afbrokkelen. In die botsing met ander gesteenten, wordt het allengs vermalen tot dit fijn korrelige product. in een balans van het soortelijkgewicht, de spoelsnelheid van het water, eigengewicht, en splijtbaarheid van het materiaal met en in die specifieke condities. Zodat een zandkorrel hierna niet verder zal kunnen door gaan met afbrokkelen. Daar zal dan weer een andere externe kracht voor aan toegevoegd moeten worden, zoals het onder druk te vermalen. Het wassende water draagt er verder toe bij om de zandkorrels op gewicht uit te sorteren, waarna deze dus op grootte in zand banken langs de rivieren en op de stranden aan zee, zich kunnen afzetten. In het proces van rots naar zandkorrel ontstaat ook nog die van het grind, welke er een langere tijd over doet om in een riviermonding te belanden i.v.m. Zijn gewicht zal het transport alleen kunnen plaats vinden bij grotere en snelle waterverplaatsingen in de rivier stromingen. Onderwijl blijven deze vaak langere tijd op de bodem liggen waarna ze door het al gevormde zand afgesleten worden, in dit proces ontstaat dus ook het ons welbekende klei wat, wat hoger op de rivierbeddingen wordt afgezet.
Maar in het totaal van mijn verhaal wil ik U nu toch vooral uw aandacht vestigen op dit riviergrind, dat net zoals rivierzand nogal scherp van vorm is en vaak niet zo mooi rond afgesleten als grind wat U meestal wel kent van die grindpaadjes in tuinen en parken.
Door dat dit minder vaak verplaatst word, is het dan ook veel minder mooi rond afgeslepen, maar gekant, door de slijpende werking  van het met rivierzand, in een richting, naar beneden stromende water.
Grind wat meestal zo mooi rond is afgeslepen kan dan ook in de tijd dat het in de rivieren wordt afgevoerd nooit zo mooi rond worden als welke we wat vaker tegen komen, dit kan alleen in de getijden werking van eb en vloed zijn ontstaan. Die indicatie is nogal van belang omdat we nu weten dat er een groot verschil is in riviergrind en kustbrandings grind. Hier kom ik in een later stadium van mijn verhaal nog op terug.
Naast de zandbak in onze tuin verzamelde mijn vader al veel verschillende zwerfkeien die de plantjes sierlijk omzoomde, bij elk uitstapje in de natuur bracht hij er wel een paar mee, vooral  vuist grootte exemplaren hadden dan zijn belangstelling, “die lagen zo lekker in de hand”vond hij, als we dan 's avonds op een bankje in de tuin zaten kon hij zo boeiend vertellen over de verschillende vormen, en hun betekenis, windkeien, gletsjermolenstenen, veldspaat en bijv. conglomeraat. Welke je dan ook als een letterlijk fossiele met grind ingebedde massa kunt beschouwen. In de tijd dat hij in Apeldoorn en Bilthoven woonde trok hij er vaak in de Utrechtse heuvelrug op uit, om met de geoloog Lüpkes stenen te verzamelen voor zijn boek........opzoeken). Mijn opa was goudsmid en verzamelde al mineralen hierdoor had mijn vader enige interesse ontwikkeld voor de geologie. Welke hij weer op deze manier op mij overgebracht, ook ben ik later goudsmid en edelstenen monteur geworden om zo de familie traditie van het goudsmeden voor te zetten.
Maar nu wil ik het feit benadrukken,  dat in de overeenkomst tussen de regendruppel, de zandkorrel of in een afgerond grindkeitje  de ontstaans ontwikkeling hiervan sterk bepaald wordt  door de balans in de verschillende natuurlijke eigenschappen die in en voor deze processen nodig zijn. Er is dus een conditie waarin deze vormen die kunnen ontstaan van regendruppel tot die van een zandkorrel  bijna in voorgeprogrammeerd liggen.
Verander je een aspect of waarde in die conditie en de uitkomst of product zal sterk veranderen.
Die hier beschreven ontstaanscondities zijn simpel verondersteld, maar ontstaanscondities in oorzaak en gevolg zijn voor alles wat er is, bepalend. Dit vind je dan ook terug in de groei van bijv. allerlei kristalstructuren, tot in de loop van rivieren of in die van het totale ontstaan van de aarde en de ander planeten en zonnen in onze melkwegstelsel. 

De anorganische wereld ; waar we van mogen aannemen dat het hier ooit eens mee begon. Is het decor voor al onze werelden waarin we nu leven als basis voor de mens in onze organische dieren en planten wereld.    Het is een zo duidelijk kontrast, en daarom ook zo moeilijk voor te stellen dat de organische wereld met die in al zijn complexiteit zijnde levende wezens, hieruit zouden kunnen zijn voortgekomen.    De definitie voor “leven” is mede hierdoor nog steeds niet goed aan te geven, die mogelijk ene cel die zich kon delen.  Wel;  we weten het niet. misschien zullen we het eens een beetje beter begrijpen, maar reconstrueren waarschijnlijk niet, hoewel het pad waarin dit proces zich moet hebben afgespeeld heel erg smal moet zijn geweest. In een soort van chemisch proces wat zich plots moet hebben voorgedaan,  in unieke atmosfeer en verdere in een voor ons onbekende omstandigheid. Beperk ik me in dit boek tot de evolutie van af de eencellige.


De definities voor de verschillen in het organische en anorganische zijn al wel duidelijk aan te geven.
Het voor mij, belangrijkste en duidelijkste verschil is nog wel dat er in de anorganische wereld niet kan  worden gekozen, in al die processen van waaruit de anorganische wereld bestaat is deze puur afhankelijk van de actie in reactie in en met de balans van zijn mogelijkheid.  Een sterk  geconditioneerd en natuurlijke processen.       Het zou ook zo anders kunnen gaan als het product, wat kan ontstaat in een zo een natuurlijk proces, eigenschappen zou bezitten die in de loop van het proces de condities van zijn eigen ontwikkeling zou kunnen gaan beïnvloedde ontstaat er mogelijk een ander product, een evolutie in de anorganische dode natuur dus.  Een vorm van wederkerigheid.
Het is vaak ook zo vanzelfsprekend, zodat het meestal aan ons voorbijgaat. In al die processen in de natuur, van  oorzaak naar gevolg is die balans wel een herkenning van een natuurkundige wetmatigheid.  Water, wat gaat koken bij honderd of bevriezen bij nul graden. De aantrekkingskracht van de aarde op een massa, met uiterste precisie, zodat we in staat zijn die massa te wegen tot op een enkele duizendste van een gram. Maar ook simpelweg onze voetafdrukken in bijv. de sneeuw worden met een uiterste precisie achtergelaten.                                                                                         Aan de basis van alle natuurwetten licht toch duidelijk deze balans in oorzaak en gevolg ten grondslag, een zuivere balans in elk proces.     Deze balans kan statisch zijn, te denken aan die voetafdruk in de sneeuw of dynamisch bij een explosie.
Nogmaals;  deze balans bepaalt in alles, met een uiterste precisie, van wat wel kan of juist niet, van kokend water tot vallende regendruppels, van een ontploffende dynamietstaaf tot een rimpeling in het water, van de Big Bang tot deze filosofische overpeinzing.   Wordt of  lijkt ook alles heel erg voorspelbaar. Maar in de grote hoeveelheid aan processen waarin de mogelijkheid, deze verschillende processen elkaar kunnen beïnvloeden, ontstaat er een marge van willekeurigheid. (in een soort van oneindigheid in het kwadraat)                                                                                                    Door de balans in de natuurlijke processen onderling, kan er een schijnbaar scheppend vermogen ontstaan  (als een vooraf geplande doelbewuste actie).  zeker als in zo’n proces er een reproduceerbaar resultaat te zien is. Een goed voorbeeld hiervan is ook het ijskristal of een sneeuwvlokje. Onder al die benodigde condities waarin zo’n sneeuwvlokje kan ontstaan, en waardoor we het ook als zodanig kunnen herkennen, blijft er een marge van willekeurigheid. Het ene ijskristal is de andere niet.        Dit geld dan in de biologie natuurlijk ook voor bijv. de plant en boom bladeren, er zijn oneindig veel verschillende bladeren te bedenken, maar in de praktijk natuurlijk gelijk aan die van de hoeveelheid bestaande  verschillende plant of boom soorten, die er zijn of geweest of misschien nog zullen komen, qua vorm in opbouw of uitvoering. Maar zullen deze onderling ook weer sterk verschillen. Het ene aardbeiplantblaadje is het andere niet.  Om deze processen nog duidelijker gevisualiseerd te kunnen zien en begrijpen zijn er vele mooie voorbeelden van fractals op het internet te vinden.      Het doel van mijn verhaal omhelst de herkenning van het verloop van een proces in wat we kunnen of mogen verwachten, of juist niet. het kan dienen als een stukje denkgereedschap als we willen begrijpen, hoe allerlei processen kunnen verlopen of mogelijk verlopen zijn.     Bij de interesse in sciencefiction of in de reconstructies van allerlei evolutieprocessen. 
 In het kaderen van de waarheid van de werkelijkheid, staat aan de basis, oorzaak en gevolg, oftewel actie is reactie.  Maar vergeet de waarde van de balans niet. alles is in zuivere balans met elkaar verbonden.  De onbalans die we eerder overal in denken terug te vinden licht in de oorsprong, ja in die van nog voor de Big Bang. Toen is er een moment van onbalans geweest,  dat ene kritische moment in wat de aanleiding  gaf tot de Big Bang.   Alle energie die nu vrijelijk om ons heen exciteert in een balans van oorzaak en gevolg,   licht daar aan ten grondslag.  In feite zitten we er ook nog steeds middenin de Big Bang.    Alle energie die toen vrijkwam is gelijk en constant en wordt ook niet, meer of minder.      met de wetenschap dat de schijn van onbalans logischerwijs niet kan bestaan, zoeken we nu naar de oorzaken voor balans.   En zo vinden en begrijpen we beter hoe allerlei processen van waar we eerst geen zicht op hadden, eigenlijk functioneren. Zo blijkt er bijv. naast materie ook antimaterie te bestaan.      


   De totale balans   

Bij het woord balans denken we in eerste instantie meteen aan een weegschaal met twee armen waaraan schalen hangen, aan de ene kant voor de gewichten en aan de andere kant die voor een te wegen voorwerp. Zodat bij een gelijk evenwicht, de gewichtjes bepalen hoe zwaar dit voorwerp is.
Maar het begrip balans kent vele variëteiten in de even zovele onderwerpen van de chemie tot in de psychologie  benoemen we en kennen we situaties van evenwicht en balans.
      
Ik onderscheid twee verschillende hoofdvormen van balans of evenwicht; die waarbij geen overdracht van energie plaats vind en die waarbij wel overdracht van energie plaats vind.       Te denken aan een bal die stil ligt op een vlakke ondergrond.  Of, in het tweede geval bijv. aan een uitgebalanceerd wiel aan mijn auto als ik met honderd veertig kilometer per uur over het asfalt scheur. In de eerste vorm is er geen energie overdracht in de tijd nadat deze er is neergelegd. Maar in de tweede vorm in oorzaak naar gevolg is er wel energie overdracht.

In de situaties van oorzaak naar gevolg van een beweging gaat dit ook altijd gepaard met een behoudt van energie in een zeer zuivere balans, volgens de weg van de minste weerstand.
Actie is reactie; Niets kan er zijn zonder het voorafgaande, maar in die zelfde weg,  van wetmatigheid is er ook altijd een gevolg, in een zuivere balans met wat er aan voorafging. Daarom kunnen biljarters de bal in zijn carambole zeer voorspelbaar plaatsen. Die bepaalde energie met effect die er aan de bal wordt meegegeven geeft in die balans, hierdoor een heel voorspelbare uitkomst.
 
Ook een goed voorbeeld is deze bij een explosie, te denken aan bijv. het opblazen van een rotsblok.       De staaf dynamiet die ingeboord in een rotsblok tot ontploffing wordt gebracht, zal deze in vele duizenden stukjes uiteendoen spatten, in grote en kleine stukken welke in alle richtingen vanuit het explosiepunt gelijkmatig in een zuivere balans in grote naar afstand en snelheid verdeeld zal doen uiteenwerpen. Kleine stukjes sneller en verder grotere langzamer en minder zo ver. Heel voorspel en berekenbaar. Zodat er een heel evenwichtig patroon in grootte, van uiteen gestrooid puin, vanuit het explosie punt zal zijn ontstaan.   In zijn totaliteit kunnen we rustig stellen dat alles altijd in totale balans is, rekening houdend met de kennis van behoud van energie, is er hiermee altijd een zuiver evenwicht.  Echter, wat we waarnemen in de tijd, is een veranderende situatie met ongelijke uitkomsten en beleven we onbalans.
Als we dit vergelijken met de ons al eerder genoemde weegschaal, kunnen we stellen dat ongeacht de hoeveelheid aan gewichtjes die wij erop plaatsen, deze dienovereenkomstig in een bepaalde hoek in evenwicht zal blijven staan. Berekenen we de hoek ten opzichte van het aantal gewichtjes komen we ten slotte ook uit bij het te wegen gewicht. Nog een wel heel voorde hand liggend voorbeeld is een glas gevuld met water, gieten we hier wat uit dan zal het glas even veel lucht opnemen als er water uitgegoten word. Om ook maar even aan te geven hoe eenvoudig en secuur deze processen verlopen en zich manifesteren. Zo ook te vergelijken met de wet van Archimedes; “De opwaartse kracht die een lichaam in een vloeistof of gas ondervindt is even groot als het gewicht van de verplaatste vloeistof of gas”.    Zo herkennen we, zowel in de organische als in de anorganische natuur, vele wetmatigheden die de processen van beweging of verandering volgens de wet van de minste weerstand zonder keuzemogelijkheid laten verlopen. Water wat bevriest bij 0 graden of juist gaat koken bij honderd graden. Of neem de gravitatie wetten van Newton; F = mg, waarmee hij in 1687 in zijn “Philosophiae Naturalis Principia Mathematica” de basis legde voor de moderne mechanica. Sindsdien hebben wetenschappers in de fysica en chemie, de mogelijke waarden voor de vele wetmatigheden in de natuur, wiskundig vast weten te leggen. Overal waar je kijkt en rekent is die totale balans aanwezig, en wordt deze mijns inziens toch nog, heel vaak schromelijk onderschat. In de natuur ligt alles volgens die zuiver wetmatige processen vast, welke bepalend zijn voor alles in het heelal wat er is, was, of nog zal komen. Zoals de aarde heden ten dage in ons zonnestelsel zijn rondjes rond de zon draait, was alles al vast gelegd aan het begin van de big-bang.    Maar hoogstwaarschijnlijk is deze big-bang explosie niet gelijkmatig verlopen, er ontstond Zoals bij elke explosie het geval is een kritisch moment, waarin mogelijk door katalysatie van buiten af de boel op klappen kwam te staan. Door deze schuin op het centrum ontstane begin van de door katalysatie ontstane explosie, verliep deze in een spiraalwervelend patroon. In de ons omringende sterrenstelsels herkennen we nog steeds dit spiraalwervelende uiteenspatten tijdens de big-bang in de vorming van de door ons omringende sterrenstelsels, zoals in de Melkweg terug, waarin ook onze eigen zonnestelsel plaats biedt, welke ook spiraalwervelend en schijfvormig is. Ook in dit complexe gyroscopische voorgeprogrammeerde systeem te noemen, herkennen we die zuivere balans in de natuur terug. Evenals in schelpen en bloemen, in de zonnebloem of gewoon in de bloemkool is deze spiraalvormige zogenaamde gulden snede vorm steeds weer terug te herkennen. Deze bijkomende mogelijkheid van de gravitatie is nog niet in de wiskundige wetten vastgelegd. Omdat dit nog niet meetbaar is waargenomen. Mogelijk omdat dit een te kleine afwijking betreft en/of omdat er nog niet bewust naar gezocht is. Alle energie en beweging die er is, is ontstaan tijdens de big-bang waarbij alle materie de ruimte in werd geslingerd. Niks, geen toeval dus. Psychologisch bezien in ons menselijk functioneren, maken we constant keuzes.  Het maken van keuzes kwam pas met het ontstaan van het leven, en meer nog met de opkomst van de mens. Zijn we nu pas door de opkomst van het leven, minimaal instaat om de natuur enigszins te beïnvloeden, ook al blijven we gebonden aan de mogelijkheden en onmogelijkheden onder invloed van de natuurwetten.
In mijn jeugd heeft bij mij ook ik wel eens het idee postgevat dat het mogelijk moest zijn een perpetuum mobile te bouwen. En zoals met zoveel dingen is de ondervinding de beste leermeester. Zodat ook ik, er al gauw achter moest komen dat dit echt niet kon werken. Gravitatie krachten lijken zich te kunnen “aftappen” maar niets is minder waar. Hooguit kun je de effecten hiervan in de eb en vloed beweging van de zee door invloed van de maan als energiebron gebruiken, maar dit is dan toch niet het gesloten systeem wat je van een perpetuum mobile zou willen verwachten. Zodat je het, als het ware op je werkbank in je werkplaats vrij als een motor zou kunnen zien werken.  Zo heb ik ook gezocht naar juist, een onbalans in de natuur. Als voorbeeld, bij een draaiend wiel waarin het gewicht niet overal gelijkelijk verdeeld is of waarvan de as niet zuiver in het midden ligt, zal deze dienovereenkomstig gaan slingeren of vibreren, en bij elke omwenteling een kracht op de as gaan uitoefenen oplopend met de draaisnelheid van dit wiel. Dit beleven we dus als een onbalans, maar in de berekening heel voorspelbaar en verklaarbaar. Spreken we over onbalans, dan is dit niet meer dan een situatie in het systeem waarin krachten omgezet worden in beweging of warmte, deze vrijgekomen energie is rechtevenredig in relatie tot de mate van die onbalans en komt dit in het totale plaatje van het systeem weer tot een zuivere balans. Energie transformaties lijken onbalans aan te geven maar zijn dit dus niet. Neen, onbalans is dus echt niet te vinden, alles verloopt volgens berekenbare en dus voorspelbare processen. Als we hiertoe bij machten zouden zijn, dan waren we ook zekerder over de opwarming van de aarde of in het voorspellen van aardbevingen. In een weersverwachting ’s model lukt dit al wel steeds beter. En mogelijk in de toekomst, als onze computer programma’s sterk verbeterd zouden worden, kunnen we dan mogelijk gaan spreken van een weersvoorspelling, een aardwarmte voorspelling en een aardbevingsvoorspelling, die zekerheid genoeg zou kunnen bieden om daar dan adequaat op te kunnen gaan reageren.
Over processen in oorzaak en gevolg die in het verleden liggen en die gepasseerd zijn, kunnen we iets makkelijker reconstrueren, omdat we over het algemeen over wat meer ijkpunten kunnen beschikken. Over de big-bang en in het daarna ontstaan van ons zonnestelsel tot op de dag van vandaag is alles verlopen volgens een vast en zeer nauwkeurig pad niks, geen toeval. Het enige wat verschil maakt is de keuze, en die kwam zoals ik al eerder schreef met het leven. Niet zo zeer in die van planten en dieren maar meer nog in die van de mens.
Om dit verschil nog beter te verduidelijken nemen we een spijkerplank met een knikker. Een plank van ongeveer een meter hoog waar we op een afstand van net ruim een knikker, allemaal spijkers in slaan. Zetten we deze onder een hoek van enkele graden tegen de muur, en laten we dan de knikker van boven af over de spijkers naar beneden stuiteren, zal deze als hij beneden is aangekomen dit volgens een vast pad op een bepaalde plaats na een bepaalde tijd aankomen. Doen we dit nogmaals, dan moet worden aangenomen, (theoretisch) dat dit op de zelfde plaats volgens het zelfde pad in de zelfde tijd zal verlopen. In de praktijk zal echter blijken dat dit alleen kan als we een zuiver ronde knikker nemen, wat ze meestal niet zijn. Maar dit maakt dan ook het enige verschil.
Doen we dit zelfde, met een persoon op een fiets die we opwegsturen in de stad, met een kompas en een straatnaam meegeven als eindbestemming, en hem deze onbekende weg laten rijden, U raad het al, dan zullen door zijn keuze mogelijkheden de verschillende uitkomsten, vele malen minder nauwkeurig en divers zijn.
                               Natuurlijke wetmatigheid,                      tegenover,  keuzemogelijkheid.
     
           
Slotconclusie; voor wat van belang is voor het verdere verloop van mijn verhaal.

ik Heb alle reden om te stellen dat tijdens, aan het begin van de big-bang door de aard en omstandigheid van deze explosie, alle of in ieder geval vele, zoals ze al niet bestonden, de verschillende wetmatige eigenschappen die in de natuur voorkomen, hiermede zijn ontstaan en in het verdere verloop, in de ontwikkeling van het heelal en zijn bewoners, zijn meegegeven. In die eerste momenten van de big-bang, zijn deze wetmatigheden voor de rest van de tijd dat het heelal bestaat en nog zal bestaan, toen vastgelegd.
Hiermede werd in het verloop van oorzaak naar gevolg van alle bewegingen en ontwikkelingen, kortom gezegd, van de totale evolutie van het heelal en zijn bewoners van afhankelijk. Zodat niets kan zijn of zich kan ontwikkelen zonder die voorwaarden van deze wetmatige afhankelijkheid. Met als bekendste gemeenschappelijke eigenschap; de  weg van de minste weerstand. Met,
De natuurlijke balans in beweging van oorzaak naar gevolg zonder keuzes.

Het maken van keuzes

Met het ontstaan van het leven ontstond in een proces van de evolutie het geheugen, welke in de basis de mogelijkheid bood om bepaalde details van processen uit het verleden herkenbaar in het nu te projecteren om tot een vergelijk te komen, waardoor de mogelijkheid ontstond om met dit geheugen keuzes te kunnen maken. In het begin natuurlijk heel basaal voor het herkennen van licht en donker of, is dit voedsel of juist niet, een chemisch proces zonder verder al te veel besef.    Door het te kunnen kiezen kwam er in de natuur oftewel in de normale gang en verloop van de natuurlijke processen, een vorm of mate van “onbalans”.  De keuze je zou het meer een geheugenfiltering kunnen noemen, of een zeef van verandering. De loop van de processen in de anorganische wereld  werd verstoord, door een nieuwe vorm van proces, de keuze. Maar wel in een logiesgevolg van, in die stroming van oorzaak naar gevolg te noemen, feitelijk onverstoorbaar.  Als een soort van een logische verlenging of verfijning van de voorafgaande anorganische processen.
Besloten door de eencellige vorm als basis voor het verder uitevolueren voor het leven van nu in de vorm van de planten en dieren en natuurlijk de mens. Wat daar bij vooral opvalt is het sterke kenmerk van een grote mogelijkheid tot aan passen om te kunnen overleven.  het maken van de juiste keuzes is daarbij natuurlijk van essentieel belang.

Op de keper beschouwt is het maken van keuzes niet dat gene wat je er in theoretische zin van zou mogen verwachten. vanuit onze menselijke beleving, is het een puur psychologische gevoel dat we denken te ervaren keuzes te maken, maar puur technisch bezien. Is dit strak gekaderd en zijn de mogelijkheden voor het kunnen kiezen, voorzien van allerlei rand voorwaarden waarin we zogenaamd die keuzes maken. Als simpelste vorm van kiezen hebben we het over een stuk fruit uit de fruitschaal of een keuze tussen een leuke baan vlak bij huis met een klein salaris, bijv. tegen over een minder leuke in een andere stad maar wel met een groter salaris. Liggen toch al die keuzes in ons geheugen al vast, vooraf al voorgeprogrammeerd in hoe wij door ervaringen uit het verleden bepaalde voorkeuren hierbij opgedaan hebben. Maken we toch ook de keuze onze hand terug te trekken bij aanraking aan een te hete kachel als een natuurlijke logische reactie op en zonder na te denken. Een keuze gedreven door pijn. Worden keuzes dan ook vaak door pijn en angst bepaald, met als doel te overleven. Gold voor de eencellige de basale vorm, geld die voor ons nu over een veel langere periode van ons veel complexere geheugen heen, tot in die van onze voorouders toe, vastgelegd in onze genen.
Alles ligt al vast in een balans van het natuurlijk verloop van oorzaak naar gevolg de beleving van het kiezen is er meer een van de menselijke psychologie. De vormen van het beleven en beschouwen om tot een keuzeoordeel te komen, wil ik verder in het hoofdstuk: ”De beleving” aan de orde brengen.

het verloop van een proces gaat in een reeks van actie is reactie van oorzaak naar gevolg  en hebben een verloop volgens bepaalde wetmatigheden; de natuurlijke wetmatigheden, de toevalligheden en de keuzemogelijkheden.
Of ook wel in een combinatie van twee, van deze drie de mogelijkheden.
In het vorige hoofdstuk heb ik al beschreven dat in de natuur nooit geen keuze mogelijkheid voor komt en dat keuzes maken is voorbehouden en verbonden aan het leven.  Voor het maken van een keuze is een vrije wil bepalend en natuurlijk de mogelijkheid ergens tussen te kunnen kiezen. Ook het inzicht of de kennis ergens tussen te kunnen kiezen is hierbij natuurlijk van wezenlijk belang, maar de meeste keuzes worden toch wel onbewust genomen. Vooral  wij mensen is het voorbehouden bewust keuzes te maken, omdat wij tegen over de dieren een grotere perceptie van tijd hebben. Het maken van keuzes begint bij de noodzaak van pijn of geen pijn, honger of geen honger, tevreden of ontevreden, angst of vluchten, leven of dood enz.
De eerste keuze die het leven nam was misschien wel de belangrijkste maar welke zou dat zijn geweest? …………..zich te delen misschien.   Eva koos in ieder geval voor de appel.

Enkele waarden van de drie verschillende mogelijkheden in oorzaak naar gevolg

Van de eerste orde;
De Natuurlijke wetmatigheid
Van de tweede orde;
De Keuze
Van de derde orde;
Het Toeval
Kookpunt van water
Gravitatie krachten
lichtsnelheid 300 000 000  m/s
de maten
In taal
Plastic in het milieu 
Verspreiding van zaad Dobbelen


Toevalligheden

Was de aanleiding voor het begin van de big-bang een natuurlijke wetmatigheid of een ongelukkig toeval of misschien toch nog een bewuste keuze van God. Neen we weten het niet, maar alleen dat wat er daar na gebeurde, verliep volgens een strak patroon van de natuurlijke wetmatigheden. De belangrijkste vraag in deze is echter, verliep het ontstaan van leven volgens een natuurlijke wetmatigheid of was hier voor het eerst toeval in het spel. Maar wat is überhaupt toeval. Toeval sluit in ieder geval de keuze uit.  Voorop genomen  is dat een toevalligheid een situatie is die zich voor kan doen, tegen over een reeks van gebeurtenissen die zich ook kunnen voordoen, maar die mogelijk niet zo opvallend zijn. Het toeval wordt namelijk altijd achter af waargenomen.   En verschilt, door het onverwachte.
De kans dat ik 10 keer achtereen met een dobbelsteen 6 gooi is klein maar niet onmogelijk, de wiskundige onder ons moeten maar uitrekenen hoe vaak ik moet gooien wil ik hier een kans maken. Maar het is ook niet onmogelijk dat het, me gelijk bij de eerste poging al lukt. Gooi ik met een dobbelsteen honderd maal achter een en noteer ik de uitkomsten, dan krijg ik dus een getal van honderd cijfers, zo’n getal is uniek. Net zo uniek als ik met honderd maal 6, achter elkaar zou gooien. Had ik van te voren dit getal genoteerd zou het me nooit gelukt zijn dit getal te gooien, maar nu was het me toch gelukt dit unieke getal in een keer te gooien. (Zelfs voor een wiskundige word dit een behoorlijke dobber om die kansberekening nu nog te noteren.)  In de kwantummechanica gaan we nog een stapje verder in het  waarschijnlijkheidsprincipe van Heisenberg, wat zo veel zegt "als iets kan gebeuren, dan zal het ook gebeuren" 
Psychologisch gezien willen wij altijd een betekenis of een waarde herkenen.  Als we bijv. naar de wolken kijken willen we daar weleens een figuur of een beeld in herkennen. Van alle wolken rond de aarde en juist nu op dit moment zie je daarin dat ene honden kopje of die vrouwenfiguur. Toch is deze ene wolk niet anders, dan al die andere wolken die er zijn, of die je zal zien. Ook net zo uniek dus. Het is meer de beleving van.  Net zoals bij de waarde van onbalans, geld dit ook voor de waarde van het toeval een psychologisch gekaderd moment van herkenning.
Dat ik; hier, nu en op deze plaats, dit boek zit te schrijven is geen toeval. Ook niet dat jij dit boek nu leest. Nee het is mogelijk want het gebeurd, het was eerder bij de big-bang al voorbestemd dan nu een toevalligheid. Jij en ik hebben er in ons leven er voor gekozen, om dit moment nu te willen beleven. De mannier waarop we dit nu  beleven is wel weer van een totaal andere orde.      Daar ga ik in het hoofdstuk de beleving verder op in. Ook het “drie deuren probleem” is een leuk voorbeeld, van hoe we psychologisch misleid kunnen worden bij het bepalen van keuzes versus toeval. (op het internet word hier uitvoerig op in gegaan, “Google”)